Al jarenlang verzamel ik zaden van bijzondere bomen, om ze vervolgens te zaaien en zelf op te kweken tot bomen. Al bijna veertig jaar geleden deed ik dat voor het eerst bij een boom met een verhaal. En nog steeds verzamel ik zaden of stekjes, en laat ik ze uitgroeien tot mooie bomen. Dat kan tijdens een mooie boswandeling zijn, maar ook op vakantie in het buitenland.
Eerder schreef ik ook al een artikel over de eiken die mijn voorouders geplant hebben. Ik heb daarvan de eikels gepoot, en inmiddels heb ik veel mooie jonge boompjes met een verhaal.
Een gezaaide boom van 40 jaar oud
Veertig jaar geleden werden de Sitkasparren bij ons in het bos gekapt. Ik heb de sparrenkegel verzameld en de zaden gezaaid. Die boom is intussen uitgegroeid tot een grote naaldboom. Sitkasparren, Picea sitchensis, staan bekend om hun superscherpe en stugge naalden. Ze behoren tot de grootste van de sparrenfamilie, en leveren kwaliteitshout op.
Ook heb ik paardenkastanjes, rode beuken en kersen opgekweekt en op verschillende plekken geplant als aandenken. En soms ook zomaar, als hobby.
Fijnspar redden door hem te zaaien
Pasgeleden werd er op het naastgelegen landgoed druk bosonderhoud gepleegd. Bomen werden uitgedund om mooie bomen meer ruimte te geven en meer ondergroei mogelijk te maken. Aan de rand stond een voor mij herkenbare boom. Een ruim honderd jaar oude fijnspar. Bomen langs de bosrand groeien meestal best wel fors uit en deze dus ook. Deze boom was al gezaagd en de binnenkant van de stam was helaas al behoorlijk aangetast. Dus ik heb een paar mooie kegels opgezocht om te drogen en er zaden uit te halen.
Daarna heb ik ze gezaaid. Op de foto zie je het zaadje op de grond, maar om hem te laten kiemen, moet je hem afdekken met een laagje aarde. Over het zaaibakje doe ik een beetje plastic (een boterhamzakje werkt prima), dat ik vastmaak met een elastiekje om de pot. Op die manier blijft de grond een beetje vochtig en is de temperatuur net iets hoger. Dat zijn betere omstandigheden voor het kiemen van het zaadje.
Lindeboom stekken
Ook bij ons in de buurt, op de hoek van een esje, staat een eeuwenoude lindeboom. Deze bomen staan erom bekend dat ze altijd veel wortelopslag hebben. Dan krijgen de wortels van de boom uitlopers: een scheut die vanuit de wortel boven de grond uitkomt. Dit leek mij de ideale manier om de boom te vermeerderen. Op deze manier kan ik ook de originele soort uit deze streek behouden.
Drie jaar geleden maakte ik een paar afleggers, waarvan er eentje is aangeslagen. Die is nu twee meter hoog. Het is zaak om dit jonge boompje regelmatig te verplanten, zodat hij flink wat wortels aanmaakt tot de definitieve plek is gevonden.
Wat ik altijd merk: stekjes doen het meestal minder goed dan zaden.
Je kunt natuurlijk bomen bij een kweker bestellen, maar voor mij heeft dit veel meer betekenis.