Ben jij ook zo dol op zelfgekweekte peultjes of sugarsnaps? In dit artikel lees je alles wat je moet weten over de verzorging van deze plant!
Peultjes kun je al vroeg zaaien in de volle grond: eind maart, begin april. In de koude kas kun je ze zelfs al eerder zaaien. Zelf zaai ik ze altijd meteen in de volle grond, dat is minder werk.
Stap 1: gaaswerk & mest
Voordat je de peultjes zaait, zet je een gaaswerk in de grond. Aan beide zijden ervan maak je een geul in de grond, waar je eerst flink wat mest in stopt. Bijvoorbeeld oude stalmest met compost. Dit mag een laag van zo’n 20 tot 30 centimeter zijn. Gebruik je organische mest, geef dan een handjevol. Doe over de mest een laag van zo’n 10 centimeter grond. Je wil namelijk nooit direct op mest zaaien.
Stap 2: zaaien
Zaai de sugarsnaps stuk voor stuk, en laat een ruimte van 5 centimeter tussen de zaden. De planten hebben een beetje eigen ruimte nodig om te groeien.
Vervolgens doe je een klein beetje grond over de zaden heen. De vuistregel is: twee keer de dikte van de zaden.
Stap 3: gaas
Daarna zet je gaas over de plek heen waar de plantjes boven de grond moeten komen. Doe dit in een tentvorm, en maak ook de zijkanten dicht. Zo voorkom je dat duiven, die dol zijn op het jonge groen, je planten opeten.
Stap 4: gaas weg
Let op dat de planten niet verstrikt raken in het gaas dat je er los tegenaan zet. Het is voor de oogst makkelijker om het gaas weer weg te halen. Om te testen of er geen vogels meer bij komen, kun je eerst één zijkant openmaken. Gaat dat goed? Maak dan de andere zijkant open. Als er niets aan de hand is, kun je het hele gaas weghalen. Is er toch vreterij bij de planten, maak dan het gaas weer dicht.
Stap 5: planten leiden
Af en toe kun je een paar stokjes tegen de planten aanzetten, om ze te helpen naar het gaas te groeien. Op een gegeven moment groeien ze er vanzelf tegen aan en wikkelen ze zich om het gaas.
Stap 6: bemesten
Zodra de peultjes gaan bloeien (ongeveer in mei), strooi je organische meststof rondom de planten. Strooi het dun uit. Is het nodig, geef dan ook water. Als je bemest, houd je de groei beter in de planten. Peultjes zijn veelvraten. De bloemetjes zijn trouwens erg leuk!
Stap 7: oogsten
Sugarsnaps zijn het lekkerst als ze nog dun zijn. Wacht niet tot de erwten heel dik zijn geworden en de peulen dus ook. Als je de peultjes op tijd oogst, groeien er ook meer aan de plant. Het oogsten is leuk om te doen, het is een zoektocht naar de peultjes.
Oogst van peultjes spreiden
Na de langste dag (rond 21 juni) kun je peultjes niet meer oogsten. Dan is de groei er wel uit – peultjes zijn echte voorjaarsgroenten. Wel kun je de oogst wat spreiden, door een maand na de eerste keer zaaien, nóg een keer te zaaien (en de stappen te herhalen).
Het blad of de plant kan nog weleens geel worden. Het is dan vaak moeilijk om te zeggen wat er niet in orde is. Het blad kun je weghalen. Wordt de hele plant geel, haal hem dan uit de grond, zodat hij de andere planten niet aansteekt.
Eind juni haal je het gaaswerk uit de grond en kunnen de peultjes plaatsmaken voor andere groenten. Omdat het vlinderbloemigen zijn, brengen ze stikstof in de grond (net als lupinen bijvoorbeeld). Daar hebben andere planten, zoals boerenkool, weer wat aan. En, heel handig: boerenkool plant je in juni.
Wat vind jij van peultjes of sugarsnaps?